Charlotte Beumer - The Inner Critic
Geen… alles
Nou ja, ik was een beetje stil komen te staan zo in de laatste paar maanden. Op het gebied van sport, dus.
Want:
Geen puf.
Geen motivatie.
En vooral; geen inspiratie.
Spoiler alert
Ik zwaaide halfbakken wat met m’n kettlebell, maar zonder de juiste energie. Zo nu en dan wrong ik mijn handen in mijn bokshandschoenen, maar nam Jean-Claude Boks-Saque maar matig te grazen. Ondertussen zag ik een ronde spoiler ontstaan zo ergens ter hoogte van mijn heupen en onderbuik, en was not amused.
Er moest iets anders, maar ik wist niet zo goed wat.
Achtbaan
En daar stond mijn verkering, met zijn glunderende ogen, en hij vertelde me dat ik dat komende weekend ook mee mocht doen met de trojan workout instructeursopleiding.
Slik.
Ik had gevraagd om inspiratie en om beweging. En dan zou ik weten ook.
Skittles
Waar ik van krav maga zo blij word als een kind op drie handen skittles in een ballenbak en daarna patat en ijs, vind ik trojan workout meer vallen in de categorie ‘boodschappen doen’. Het is nuttig, het is handig, het levert me iets op en het is echt heus heel oké, maar ga ik radslagen makend van vreugde door de Appie, mwah, nee.
Ik weet hoe goed trojan workout voor me is.
Ik weet hoe lekker ik me daarna voel.
Ik weet hoe sterk ik ervan word, en slank ook.
Ik weet het allemaal.
Maar om het zelf thuis te doen, op eigen houtje, dat was een ander verhaal.
Inner critic
Gelukkig heb ik, gezien de korte termijn, niet al te veel tijd om me grondig te kunnen verdiepen in wat me dit weekend te wachten staat en wat er van mij verwacht wordt. Ik ga er dus vrij blanco in, hoewel mijn ‘inner critic’ toch voldoende aan het woord komt.
‘Dat kan jij niet.’
‘Dat wordt niks.’
‘Jij bent de enige die gaat zakken.’
‘Jij bent een motorisch gemankeerd schaap.’
‘Jij kan nog niet eens een volwaardige push-up.’
‘Als je squat kom je niet meer omhoog, laat staan met zestien kilo in je handen. Kom op, dat weet je toch zelf ook wel.’
Nee
Zijn dat aardige dingen? Nee.
Zou ik ze tegen mijn beste vriendin zeggen? Ook nee.
Wil ik ze dan wel aan mijzelf vertellen? Wederom; nee.
Maar daarmee stoppen bleek nog niet zo makkelijk.
Want: vind ik het gewoon doodeng? Ja!
De groep
In de groep voel ik me al snel op mijn gemak. Ik zie bekende en onbekende gezichten. De sfeer is goed; gezellig, steunend, positief.
En, eerlijk is eerlijk, ergens doet het me ook wel goed dat er ook mensen deelnemen die nog helemaal geen trojan workout ervaring hebben.
Rugverknettering
Urenlang zijn we in de weer met technieken, bewegen, gewichten, achtergrondinformatie. Want als instructeur moet je best een hoop kunnen, kennen en weten. Logisch, want ik ken werkelijk niemand die zit te wachten op een rugverknettering of een andere langdurige blessure.
Tussentijds worden we ook nog geacht een schriftelijk examen af te leggen, dus daar liggen we dan, languit op de groene mat, in een poging om iets te doen dat op schrijven lijkt. Gezien mijn trilhandjes (en echt alleen daarom) zou ik net zo goed kunnen deelnemen aan een examen voor huisarts.
De vragen zijn niet bepaald rocket science, maar mijn lijf is moe en mijn hoofd verzadigd. Succes! Dus.
Praktijkexamen
Aan het eind van dag 1 heb ik ontzettend veel geleerd. Maar we zijn er nog niet, want er wacht ons huiswerk. Op dag 2 hebben we namelijk onder meer ons praktijkexamen, waarvoor we een heuse trojan workout gaan bedenken én geven.
Natuurlijk volgens de principes die we zojuist hebben geleerd. En: voor een groep.
Aaargh!
Geschrokken
Zodra ik thuiskom weet ik niet hoe snel ik m’n boodschapjes moet doen, schoenen uit moet trekken en me naar boven moet bewegen, want ik realiseer me ook wel dat ik verloren ben zodra ik ga zitten.
Dit project vraagt nogal veel van mijn lichaam, dat zich net had genesteld in een vrij comfortabele staat van mwah-ik-hoef-niet-zoveel-want-het-is-toch-lockdown. Al mijn spieren zijn geschrokken. Zelfs een heet bad helpt maar matig.
Geluidje
De volgende ochtend vraag ik me oprecht af hoe ik nog zo’n dag moet klaarspelen. En niet zomaar een dag! Vandaag op de planning: de praktijkexamens en onze eigen tests.
Heel. Veel. Trainen dus. Mijn lijf jammert.
Niet nadenken, denk ik. Vooral niet nadenken. Niet proberen te bedenken ‘hoe dan?!’ maar gewoon gaan, en we zien wel waar het schip strandt. Wie weet strandt het helemaal niet.
Als ik mijn been optrek om mijn broek aan te trekken maak ik onwillekeurig een geluidje. Niet van genot.
Frenemies
Terug op de groene vloer voelt het alsof ik niet naar huis ben geweest. In de zaal zie ik mijn frenemies; de kettlebells. Vandaag zal ik ze opnieuw veelvuldig swingen, pressen, farmwalken en gobletsquatten.
Daarnaast zal ik ook een fiks aantal trainingen ‘ondergaan’, want we moeten allemaal voor de groep. Gelukkig zijn de standaardtijden van een halfuur ingekort tot een kwartier. Dat is fijn, want ik denk dat ik anders overlijd.
Zenuwen
De zenuwen van de instructeurs in spe zijn voelbaar. Daar sta je dan, je nieuwverworven kennis over te dragen terwijl je ook nog aan het leren bent. We doen allemaal welwillend mee, uiteraard, ondanks dat ik echt geen swing meer kan zien en zo langzamerhand ook wel uit-geTrojanPose’d ben.
Kneitermoe
Als de helft van de groep geweest is, is het tijd voor de persoonlijke tests. We moeten demonstreren dat we in staat zijn om een bepaald aantal herhalingen van een bepaalde oefening te volbrengen, met een bepaald gewicht. Denk bijvoorbeeld aan: 10 squats met 16 kilo voor dames, en 20 kilo voor de heren.
Vooropgesteld: ik begrijp dat er is nagedacht over deze opzet. Ik begrijp dat er sprake is van strategische overwegingen. Immers: als je deze test kan volbrengen terwijl je lijf al kneitermoe is, dan kán je ze ook écht. Want dit onderdeel voelt significant anders halverwege dag 2 dan aan het begin van dag 1, als je nog fris en fruitig bent.
Ik begrijp het.
Ik snap het.
En toch voelt het alsof het bedacht is door Satan himself.
Demo
Ik volbreng mijn test, op één onderdeel na: de press met een kettlebell van 14 kilo.
Leuke anekdote: dit was mij überhaupt nog nooit gelukt met dit gewicht.
Toen Martijn mij op zaterdag zag worstelen om dat vermaledijde ding de lucht in te krijgen, zei hij: “Ah ja, leuk straks voor een demo!”
Wat?
Ik?
In een demo?
Natuurlijk wilde een deel van mij hard gillend wegrennen, een ander deel van mij deed aan ‘denial’ (dat was vast een grapje van Martijn, haha, zo leuk) maar het grootste deel bleef als versteend in de zaal achter (freeze, noemen ze dat).
Hop
En ja hoor. Ik mocht naar voren. Voor me, op de vloer, die kettlebell. Hop, omhoog dat ding. Trojan Pose. En Martijn die me uitnodigt om, met mijn vrije hand, hard in twee van zijn vingers te knijpen.
Ik span vervolgens billen benen buik alles aan, en wat denk je? Ik press dus zo die kettlebell omhoog.
AAN BEIDE ZIJDEN. Hoe tof?!
Helaas
Maar nu is het zondag, nu ben ik moe, en ik denk dat een deel van mij zich ook gewoon niet kan voorstellen dat ik dat ding opnieuw omhoog krijg, en dan ook nog eens aan allebei de kanten maar liefst vijf keer.
En inderdaad, dat ging niet.
Hou je waffel
Lang de tijd om erover te rouwen en mezelf op mijn kop te geven heb ik gelukkig niet, want er staan nog zo’n 5 trainingen op het programma, waaronder die van mij.
Mijn klasje draait mijn les keurig mee, ik praat nóg meer dan anders (ken je dat? Dat je jezelf hoort praten en dat je denkt: ‘mens, hou toch eens je waffel!’ maar dat dat vervolgens niet lukt en je als een soort toeschouwer lijdzaam moet toezien hoe je maar door en door en door blijft praten?) (dat had ik dus).
Als toetje neem ik mijn groepje mee naar beneden waar Moby met zijn nummer ‘Flower’ nog voor een toegift, én 150 extra squats zorgt. Ik weet niet of ze me daarna nog leuk vonden, maar hey, mijn plannetje was geslaagd.
Het Einde
Ineens is daar Het Einde. Niet ‘Der tijden’, al voelt dat wel een beetje zo, maar gewoon, van de dag. De jury gaat in beraad en wij gaan in staat van afwachting, lurkend aan flesjes water. Plotseling word ik geroepen.
Pfew!
Ik zit tegenover Martijn en Stephan en ontvang feedback. Positieve, opbouwende, puntjes op i’s, dat werk.
En dan: het verlossende woord.
STOP DE TIJD
Ik duik even in mezelf.
Wat vind ik er eigenlijk van, als ik slaag? Wat als ik zak? En wat als ik een herkansing krijg? Wat is nu eigenlijk mijn definitie van slagen en zakken, van falen en succes? Ik ben, behalve ooit voor mijn rijexamen, nog nooit voor iets gezakt. Mijn lat ligt dus hoog.
Als ik zelf mag bepalen wat ik er eigenlijk van vind, wat kies ik dan?
Is mijn weekend (en ik) pas geslaagd als ik dat certificaat krijg, en anders niet?
Of is mijn weekend sowieso geslaagd, omdat ik ben gekomen, 100% inzet heb getoond, hard heb gewerkt en een wat voelt als bovenmenselijke prestatie heb geleverd? En flikker ik die lat dus weg?
Ik denk aan die mislukte presses. Ik slik. Want ik kán het niet gehaald hebben.
Maar ik weet wat mijn antwoorden zijn op de bovenstaande vragen. Ik weet ook dat ik tien jaar geleden heel andere antwoorden zou hebben gegeven, inclusief frustratie-tranen.
Maar ik leef niet meer tien jaar geleden. Ik leef nu.
ENNNN TERUG
Het oordeel luidt: bijna geslaagd. De les was heel goed gegaan (‘je mag wel wat minder praten’) (goh), mijn technieken kennen nog wat opleverpuntjes, de press mag ik gaan herkansen, ergens in de komende weken/maanden.
Ik krijg een bewijs van deelname en verlaat het kantoortje, om de volgende kandidaat te roepen.
‘En..?’ willen de anderen weten. Ik moet even slikken voordat ik antwoord geef.
Dan denk ik aan bovenstaande vragen.
Als ik mag kiezen, wat kies ik dan?
Ik kies: trots
Ik kies ervoor dat ik trots ben. Ik kies ervoor dat ik tevreden ben, en blij. Omdat ik veel heb geleerd, toffe mensen heb ontmoet, zooooo hard heb gewerkt, omdat het certificaat binnen handbereik is.
En dat voelt me een partij fijn! Want ik ben gegroeid, alleen maar, op alle vlakken. Hoe kan ik daar níet trots op zijn?!
En jij? Als je naar jouw leven kijkt, wat kies jij?