Identiteit

Krav Maga een ‘sport’ noemen, is eigenlijk vragen om ellende.

Krav Maga is geen ‘sport’, zullen heel veel kravisten je met liefde uit willen leggen. Krav Maga is een levensstijl. Een ‘way of life’.

Daarnaast is het vooral een bijzondere bezigheid waarbij je, week in week uit, hard en gepassioneerd traint om dingen te leren waarvan je hoopt dat je ze nooit hoeft te gebruiken.

Handomdraai

Naast dat je fysieke dingen leert, zoals hoe je letterlijk in een handomdraai óf met een goed gepositioneerde trap je aanvaller eventjes aan iets anders kan laten denken, leer je ook veel mentale dingen.

Wie je bent onder stress, bijvoorbeeld. Hoe je handelt. Of je bevriest, vlucht of gaat vechten. Waar je grenzen liggen.

Eigenlijk leer je, althans voor een deel, wie je bent.

Identiteit

Wij mensen construeren onze identiteit met behulp van bouwstenen. Denk bijvoorbeeld aan je temperament, karakter, waar je vandaan komt, hoe je bent opgevoed, hoe je tegen De Dingen aankijkt.

Maar ook definities die helemaal niet door jouzelf zijn verzonnen en die je toch bent gaan omarmen, omdat je ze hebt geleerd of overgenomen van anderen.

Lief en inschikkelijk

Sommige van die dingen zitten heel diepgeworteld. Zoals dat mannen niet mogen huilen. Of dat meisjes altijd lief moeten lachen en inschikkelijk moeten zijn.

Gelukkig wieden we een deel van die dingen er mettertijd wel uit. Zo reageerde mijn zoontje als door een wesp gestoken toen ik voorlas uit het grote boek van Jip en Janneke, waarbij vader tegen Jip zei dat hij moest stoppen met huilen want ‘mannen huilen toch niet als ze boos zijn?’

Dat vond hij Heel Stom, mijn zoon. En ik ben het daar roerend mee eens.

Lastige vragen

Concepten als identiteit zijn fluïde en in beweging. Als je mij een paar jaar geleden had gevraagd: wie ben jij? dan had mijn antwoord er heel anders uitgezien dan nu.

‘Wie ben je?’ is vrijwel altijd een van de eerste vragen die ik stel aan mijn cliënten. En de meesten zijn verwonderd over hoe lastig die vraag eigenlijk te beantwoorden is.

Authentieke zelf

Vroeger voelde ik me altijd het meest comfortabel als iedereen me lief vond. Als ik geen gedoe veroorzaakte, gewoon lekker meebewoog, als ik niemand tot last was. Ik schikte en schikte tot Barbapapa bij me in de leer had gekund.

Pas veel later leerde ik dat dat gedrag regelmatig in strijd was met wie ik werkelijk ben, mijn authentieke zelf. Maar wie dat eigenlijk is, dat mocht ik eerst nog leren.

Krav Maga heeft daar voor mij een belangrijke rol in gespeeld, en nóg.

Kroeg

Ik herinner me een avond in de kroeg. Ik herinner me een man, die mijn vriendin en mij uit het niets aanklampte. Ik herinner me dat hij zich over me heen boog.

Ik herinner me ook dat ik vrijwel direct na kennismaking al over hem begon te fantaseren. Het was een fijne fantasie.

*Flashback*

Die fantasie begint ermee dat ik de man een zet geef.

Een harde zet.

Zelfs zó’n harde zet dat ‘ie met zijn zelfingenomen smoelwerk tegen de onderkant van de smeedijzeren trap achter hem aan knalt.

Na een paar seconden komt weer bij zijn positieven en hij kijkt me verbouwereerd, of nee: verbíjsterd, aan.

Hij wrijft over zijn achterhoofd. Zijn ogen groot van de shock.

Hij maakt een ongecontroleerde beweging mijn kant op, maar dan doe ik een stap voorwaarts. Met beide handen trek ik aan zijn schouder en nek.

Mijn knie, die als vanzelf zijn arrogante gezicht vindt.

Er kraakt iets.

Er is bloed.

“Zó,” zegt hij en hij haalt me abrupt terug naar de werkelijkheid. Hij neemt een slok en brult in mijn oor: “Dus jij bent geschéiden. Vertel eens. Wat ging er mis.”

En dan, als reactie op mijn zwijgen:

“… Je kan het toch gewoon zéggen. Doe even niet zo móeilijk joh.”

Het lukt me niet meer om vriendelijk te lachen. Ik kan het niet meer opbrengen. Sterker nog,

ik sta te smeulen en hij heeft het niet eens in de gaten. Dat kan ook eigenlijk niet, want hij is vooral heel erg met zichzelf bezig.

In mij trekt de oude kant, de geprogrammeerde. Lief lachen. Beleefd zijn. Vriendelijk. Aimabel.

En ook trekt de nieuwe. De kant die ik pas goed leerde kennen door Krav Maga. De kant die wil roepen, schreeuwen, duwen, trappen, meppen,

Alleen – ik doe het niet.

Hij verwacht tekst en uitleg. Deze man, deze vreemdeling, die ik nog nooit heb ontmoet en die ik wat mij betreft ook nooit meer zal ontmoeten, verwacht van mij dat ik ter plekke uit de doeken doe wat er misging met mijn relatie.

Peinzend neem ik een slok. Denk na over een geschikte reactie. Weeg mijn opties af. Ik denk aan: ‘de tyfus voor je, klootzak, met je idiote gedrag’.

Alleen – ik doe het niet.

“Tja,” mompel ik dan maar, gefrustreerd om mijn gebrek aan daadkracht. “Soms dan werken dingen gewoon niet.”

“Jááá, nééé, snáp ik,” bierbrult hij vochtig in mijn oor. “Maar wát. Wát werkte er niet. Zég gewoon even.”

Ik wil mijn knie in zijn kruis planten.

Alleen – ik doe het niet.

“Ik bedóel dus,” boert hij behulpzaam, “was de liefde óp ofzooo… of neukte hij een ander…” In de stilte die hij laat vallen kijkt hij me aanmoedigend aan.

Ik voel me misselijk worden. Misselijk van kwaadheid. Van ergernis. Van zijn woordkeus en zijn afstotelijke mond.

 “Of is het misschien…” gaat hij zachter verder, zijn hoofd een tikje scheef, “té pijnlijk voor je?”

“Wat the… Wát?” Er willen zoveel woorden tegelijk naar buiten dat ze stokken.

“Jah, omdat je geen ántwoord geeft. Is dat misschien te pijnlijk.”

“Nee,” ik hijg bijna. “Dat is niet ‘pijnlijk’. Dat gaat jou dus allemaal gewoon geen ene hól aan.”

Dan deinst hij terug, gespeeld geschrokken.

“Nou nou, wow wow” zegt hij dan, zijn handen afwerend in de lucht. “Wat ben jíj vijándig zeg.”

Ik denk aan wat een van mijn trainers vertelde over ‘gemeen vechten’ en onwillekeurig scan ik zijn lichaam op kwetsbare plekken, ik schat hem in, ik kan hem aan, eens kijken, oogkassen, neus, oren, nee, neenee, dit mag niet, dit is niet oké, hierom leer ik geen krav, hiervoor is krav niet bedoeld, ik leer krav ‘so one may walk in peace’, maar ik wil hem niet ‘in peace’, ik wil hem ‘in pieces’.

Alleen – ik doe het niet.

Natúúrlijk was dit míjn schuld. Had ik maar lief moeten zijn. Hem ‘gewoon effe antwoord geven’, ‘niet zo moeilijk doen’.

Even tekst en uitleg meisje. Even lief. Even meewerken nou. Dan was er niks aan de hand geweest.

Ik kijk naar hem, minachtend. Hij is de vleesgeworden, niet uit te roeien overtuiging dat vrouwen maar vooral moeten lachen. Er lief en vriendelijk en benaderbaar uit moeten zien. Kom op meisje! Wat kijk je boos! Wees blij! Wees lief en aardig! Lach! Waar hebben we het over! Doe niet zo moeilijk! Zo ongezellig! Geef gewoon antwoord! Kijk niet zo chagrijnig, wees niet zo stuurs, zo vijandig, je bent een meisje, wees aardig en blij en aaibaar en aimabel! 

In een uitademing zeg ik mijn vriendin dat ik heel even naar de wc ga. Ik voel dat ik weg moet. Want ik voel dat ik hem ongelooflijk hard op zijn bek wil slaan.

Alleen –

Reptielenbrein

We zeggen zo snel: “Nou, als ík in situatie A zou zitten, dan had ik alláng B gedaan!” Maar dat kan je eigenlijk niet weten, tot je daadwerkelijk in die situatie terechtkomt. En dan nóg. Want dat reptielenbrein van je kan je zomaar enorm verrassen.

Factoren

Bovendien geldt: hoe je handelt in geval van nood of crisis is altijd onderhevig aan meerdere factoren. Wie je bent. Of wie je dénkt dat je bent. Of wie je moet zijn, of wil zijn, of denkt te moeten zijn, of wie je geprogrammeerd bent om te zijn of hoe je bent opgevoed. Zelfs generaties voor jou doen nog allerlei duiten in allerlei zakjes.  

Als jij een man bent en je vindt dat je niet mag huilen, bijvoorbeeld. Of als je een vrouw bent en je hebt, om wat voor reden(en) dan ook, ingeprent gekregen dat je lief en aardig en leuk en meegaand moet zijn.

Je ware zelf

Er zijn verschillende manieren om je ware zelf te ontmoeten, ontdekken, te leren kennen, te omarmen, van hem of haar te gaan houden.

Geen waarde meer te hechten aan de oordelen van anderen, bijvoorbeeld. Omdat je weet dat die oordelen áltijd over die ander gaan, en nooit over jou.

En dus ook: activiteiten als Krav Maga. Waar je binnen veilige kaders kan leren over jouw grenzen, handelen en actiebereidheid.

Omdat mannen mogen huilen.

Net zoals dat vrouwen stuurs, nors en niet-meewerkend mogen zijn.

En andersom.

COPYRIGHT © TROJAN POWER ACADEMY